CULTUUR OP THERESIA

WAT DOEN WE OM HET CULTUURBELEID TE REALISEREN EN TE VERBETEREN

Acties en evaluaties
We hebben in de afgelopen periode – ondanks de zeer ontregelende coronatijd – toch weer veel kunnen ondernemen. Enerzijds betrof dat de ontwikkeling van de vakdidactiek van de creativiteit, maar ook – noodgedwongen – de ontwikkeling van didactiek gericht op online-lessen (zoals de ontwikkeling van digitale portfolio’s in teams).
Voor de onderbouw hebben we het hele programma opnieuw onder de loep genomen. We hebben bekeken of de samenstelling per leerjaar voldoende in evenwicht was of dat we nog extra activiteiten zouden willen ontwikkelen. We hebben zo de doorlopende leerlijn (de brede cultuurleerlijn) opnieuw vormgegeven en dus georganiseerd in drie onderliggende leerlijnen: cultuur meemaken, kunst meemaken (onderbouw) en CKV (bovenbouw). De basis die in de onderbouw zo gelegd wordt, nemen we mee bij CKV in de bovenbouw en bij (de verdiepende kunstleerlijn in) de kunstvakken als examenvakken. In schooljaar 22/23 is er een nieuwe cultuurcoördinator onderbouw aangesteld, M. Wibier. Zij heeft samen met de projectcoördinatoren en met vakdocenten alle projecten van de brede cultuurleerlijn opnieuw bekeken en er zijn nieuwe projectbeschrijvingen gemaakt.

ACTIES. VOORBEELD 1 – DELFT – PROJECTDAG 17e EEUW (GOUDEN EEUW) DELFT.
Tijdens de projectdag in Delft zien, voelen en ervaren onze tweede klassers de Gouden Eeuw. Dat wat zij tijdens de lessen leren bij geschiedenis en beeldende vorming komt tot leven, het wordt echt. Ze zien, voelen en ervaren door zelf op zoek te gaan naar bewijsstukken. Deze bewijsstukken laten de leerlingen realiseren dat de Gouden Eeuw ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, het wordt tastbaar. De eerste jaren van de projectdag was het veelal zo dat de leerlingen veel kennis kregen door rondleidingen binnen een museum of kerk. Of door het beantwoorden van opdrachtbladen. Dit willen we graag anders zien. De leerling moet zelf actiever deel gaan nemen aan het vergaren van kennis en bewijs uit de Gouden Eeuw.
In het Prinsenhof, de Royal Delft en het Vermeercentrum willen we de leerlingen zelf op pad sturen om kennis en bewijs te vergaren. Binnen het nieuwe schoolplan is differentiëren een speerpunt. Daarom willen we dit ook graag doorvoeren binnen de projectdag Gouden Eeuw in Delft.

Differentiëren door:
– Een groepje leerlingen zelf vragen te laten maken bij een aantal zalen.
Vragen m.b.t een aantal kenmerkende aspecten uit de 17e eeuw:
• de unieke positie vd Republiek in Europa tijdens de 17e eeuw, politiek: burgerlijk bestuur.
• De bloeiende economie: handelskapitalisme en begin wereldeconomie.
• Stedelijke cultuur: hoe de welvaart leidde tot een bloeiende cultuur.
– Een groepje zoekt bewijs en maakt daar foto’s van. Ook weer m.b.t kenmerkende aspecten uit de 17e eeuw.
– Een groepje observeert een aantal, van te voren bepaalde, objecten (schilderij, kaart, beeld) en beschrijft welke kenmerkende aspecten uit de 17e eeuw zij terug zien binnen het object.

Bij het bezoek aan de Nieuwe Kerk willen we graag aandacht voor het kenmerkend aspect de Reformatie.
Differentiëren door:
– Een groepje vragen te laten beantwoorden met behulp van de rondleiding van een gids.
– Een groepje zelf vragen te laten maken bij een aantal vooraf bepaalde onderwerpen zoals het praalgraf van Willem van Oranje, Statenbijbel, Glas in Lood ramen etc.
– Een groepje vragen te laten beantwoorden bij (door de gs docent) meegegeven tekstbronnen en afbeeldingen.

Op deze manier hopen we de leerlingen nog actiever bij de projectdag te betrekken. In die zin dat zij zelf proactief aan de slag gaan en een meer onderzoekende houding aannemen.
Door verschillende werkvormen in te zetten per museum, hopen we meer recht te doen aan de verschillende behoeften van verschillende leerlingen. Immers gaan zij op deze manier aan de slag met de verschillende onderwerpen in de vorm van kennis, toepassen en analyseren. Wij hopen zo beter te kunnen differentiëren tijdens deze projectdag voor onze tweede klassers.

Daarnaast willen we ook de actualiteit over (post)kolonialisme en slaver– zoals de excuses van de Nederlandse regering voor het slavernijverleden in 2023 – verwerken in het project.

ACTIES. VOORBEELD 2 – CKV NIEUWE STIJL.
Bij CKV hebben we vernieuwingen van en verbeteringen in het programma vormgegeven. We hebben twee nu afzonderlijke programma’s voor havo en voor vwo leerlingen ontwikkeld, waarbij we het examenprogramma van 2017 echt conform de eindtermen hebben uitgewerkt. Daarbij hebben we ons laten leiden door onze eigen doelstellingen van de cultuurprofielschool (Hybride kunsteducatie leerdoelen), door de visie op kunsteducatie van curriculum.nu en door het onderzoek naar creativiteit. Een voorbeeld is het nieuwe thema voor CKV in 4vwo ‘leven, wonen en werken in steden in de toekomst’. Daarin onderzoeken leerlingen via samenwerkend leren, hoe zij de toekomst van steden zien. Daarin nemen zij één van de CKV dimensies als uitgangspunt en verkennen zij specifieke gebieden in Tilburg en in Rotterdam. Zij leren daarin kritisch en creatief denken en reflecteren. Ze ontwikkelen samen een visie en geven die vorm in een film en een mondelinge en schriftelijke onderzoeksrapportage. We kijken met leerlingen naar architectuur en stedenbouw; naar ruimtelijke ordening en beleidsontwikkeling van steden; naar fotografie en film van steden; naar soundscapes en soundtracks van urbane omgevingen. Als leidraad voor dit project nemen we het architectenbureau MVRDV en tijdens de excursie naar Rotterdam bekijken we o.a. de Markthal en het Depot. Voorbeeld van de filmlessen die leerlingen krijgen.
Naast dit thematische programma dat we in semester 1 in 4 vwo doen, werken leerlingen in semester 2 aan een eigen onderzoek naar artistieke creativiteit (zij zijn dan vrij om een eigen kunstvorm te kiezen die zij onderzoeken) en ze ondernemen een culturele activiteit (keuzemenu).

ACTIES. VOORBEELD 3 – CREATIVITEIT.
Bij CKV in 5 vwo hebben we het onderzoek naar creativiteit helemaal in de lessen opgenomen en ontwikkelen we dit onderzoek elk jaar opnieuw verder. Het thema dat we in de laatste jaren gebruikt hebben we twee thema’s die we met Lustwarande hebben ontwikkeld, samengevoegd. Het project dat leerlingen uitvoeren is een diepteonderzoek gericht op het ontwikkelen en analyseren van artistieke creativiteit in fotografie in het tijdperk van het Antropoceen en in het digitale tijdperk. (daarbij gebruiken we een matrix voor creatieve processen, waarin creatieve (leer)activiteiten benoemd zijn.)

Leerlingen ontwikkelen in een semester, drie verschillende fotografie-drieluiken waarin zij hun eigen creatieve verbeelding van deze twee thema’s verwerken. Zij maken daarbij een procesverslag en ze analyseren de artistieke creativiteit van fotografen en van een andere kunstvorm (naar keuze, via het keuzemenu aan culturele activiteiten). De beperking die leerlingen aangereikt krijgen (fotografie, drieluiken, thema en zelfs ook de omgeving – schoolomgeving) lijken misschien groot. Toch weten we uit onderzoek, dat kunstenaars zichzelf juist vaak dergelijke beperkingen opleggen om vervolgens in creativiteit te kunnen excelleren. Onze leerlingen doen dat bij CKV ook (zie de volgende pagina voor een aantal voorbeelden). Om het creatieve proces van de leerlingen te ondersteunen en de originaliteit van de producten te bevorderen, maken we gebruik van lessen en instrumenten die in het promotieonderzoek ontwikkeld zijn. Bijvoorbeeld de les (van 50 minuten) waarin de matrix voor creatieve processen toegelicht wordt. Maar ook de visuele ankers die we als sectie beeldend hebben ontwikkeld, worden gebruikt. (We beoordelen met behulp van visuele ankers voor 6 niveaus. Deze worden op 3 of 4 momenten (voor 3 of 4 fotoseries) gebruikt om het niveau te bepalen. Na de beoordeling van de eerste fotoserie mogen de leerlingen deze visuele ankers (kort) inzien en krijgen zij deze toegelicht. Ze ontvangen deze echter niet fysiek omdat ze gestimuleerd worden tot het maken van nog originelere drieluiken.)

ACTIES. VOORBEELD 4 – OMGAAN MET NIEUWE SITUATIES INZAKE CULTURELE ACTIVITEITEN.
We hebben in de afgelopen periode uiteraard – net als alle andere scholen – een beperkende periode gehad wat betreft de mogelijkheden om deel te nemen aan cultuur. Leerlingen, ouders, docenten en schoolleiding betreuren dat enorm. Nu er landelijk een nieuwe wettelijke richtlijn is om de ouderbijdrage voor culturele activiteiten en excursies echt vrijwillig te laten zijn, zijn we geconfronteerd met onmogelijkheden ten aanzien van bijv. de buitenlandreizen (in een nog steeds onzekere context van corona-situaties maar ook in de context van extra financiële lasten die deze nieuwe wettelijke richtlijnen meebrengen voor de school). Dat heeft ertoe bijgedragen dat we ook in dat opzicht ons activiteitenprogramma hebben bekeken. Buitenlandse excursies met de kunst-examenklas of voor-examenklas hebben we voorlopig even vervangen door evenzeer zinvolle excursies binnen Nederland.

ACTIES. VOORBEELD 5 – RUBRICS VOOR VAKTHEORIE 2 BEELDEND/KUNST ALGEMEEN.
Bij het beoordelen van beeldend werk en beeldende processen, hanteren we al jaren rubrics. In het nadenken over meer formatief handelen, kwamen we op het idee om naast rubrics voor beeldende processen, ook rubrics te ontwikkelen voor theorie-leerprocessen. (Zie voorbeeld in bijlage 3).

ACTIES. VOORBEELD 6 – KUNST ANALYSEREN – ASPECTEN PRINCIPES EN STRATEGIEEN.
Op basis van de ervaringen van leerlingen met kunst analyseren, kwamen we er als docenten achter dat leerlingen de stap van beschrijven naar analyseren en interpreteren heel ingewikkeld vonden. We merkten dat objectieve beschrijvingen niet meegenomen werden in de interpretaties en dat interpretaties heel subjectief bleven. Bij het onderzoeken van de oorzaken hiervan, bleek dat leerlingen begrippen voor kunst analyseren, vaak allemaal menen te moeten toepassen waardoor het analyseren (differentiëren, organiseren en attribueren volgens Bloom) dan heel ingewikkeld werd. Daarom ontwikkelden we voor een excursie naar Centre Pompidou, een werkwijze die leerlingen heel snel en eenvoudig leert kunst analyseren: aspecten, principes en strategieën (voorbeeld in bijlage 4). Dit voorbeeld is inmiddels uitgewerkt voor alle kunstdisciplines en sinds 2022/2023 ook nog voor fotografie.

ACTIES. VOORBEELD 7 – MUZIEK & BURGERSCHAP.
Sinds 2006 werkt onze school in het kader van burgerschap samen met Organisatie Amarant, een organisatie die werkt met mensen met een beperking. We hebben al 16 jaar een orkest van leerlingen uit de bovenbouw samen met mensen die in gezinsvervangende tehuizen wonen. Eenmaal in de drie weken komen de bewoners van Amarant naar het Theresialyceum om samen muziek te maken. Onze leerlingen hebben een ‘maatje’ waarmee ze samen muziek maken in het orkest. De leerlingen doen dit gedurende 10 maanden, daarna komt er weer een andere groep leerlingen. We geven 2 keer per jaar een concert voor ouders, docenten, andere leerlingen en bewoners van Amarant. Leerlingen vinden het een zeer bijzondere ervaring om contact te leggen met mensen met een beperking met muziek als middel! Aan dit project doen ook veel leerlingen mee die geen muziek in hun eindexamenprofiel hebben.

ACTIES. VOORBEELD 8 – MUZIEK: YOUNG CLASSICAL AWARD TILBURG.
In april van elk schooljaar vindt de Young Classical Talent Award plaats in Tilburg. Een wedstrijd waarbij elke middelbare school een talent afvaardigt dat met het huisorkest van Theaters Tilburg (Camerata Zuid) een klassiek werk speelt. Het Theresialyceum heeft elk jaar diverse talenten die aan deze wedstrijd meedoen. Ook ons schoolorkest (20 leerlingen) en ons schoolkoor (12 leerlingen) doen aan deze avond mee. Het proces voorafgaand aan deze avond wordt beoordeeld en het valt op hoezeer leerlingen ‘groeien’ in hun vaardigheid en de liefde voor klassieke muziek. Komend jaar is er voor het eerst een compositiewedstrijd, waar 2 leerlingen van onze school aan mee zullen doen.

ACTIES. VOORBEELD 9 – DIDACTIEK VAN DE CREATIVITEIT.
Tijdens een studiedag (nov 22) hebben we met CKV docenten een aantal gerichte opdrachten en oefeningen uitgewerkt, waarmee we voor CKV havo leerlingen meer willen motiveren om divergent te leren denken. We hebben daarbij nagedacht over manieren van differentiëren (= schoolbeleid, onderwijsverbetering door differentiatie). Daarbij hebben we drie opdrachten uitgewerkt: een opdracht gericht op ‘leren associëren gericht op architectuur’, een tweede opdracht gericht op ‘leren combineren met architectonische vormen’ en de derde opdracht gericht op ‘architectuur analyseren, door aspecten, principes en strategieën’. Zo kunnen leerlingen zelf kiezen met welke opdracht ze willen starten: creatief leren denken door te doen, of creatief leren denken door te kijken/analyseren. Leerlingen maken wel de verschillende opdrachten maar kunnen zelf kiezen in welke volgorde.

ACTIES. VOORBEELD 10 – DIFFERENTIEREN IN SOORTEN LEERDOELEN/LEERNIVEAUS
Tijdens een studiedag (nov 22) over onderwijs verbeteren door differentiëren, zijn we met het team beeldend aan de slag gegaan met het differentiëren qua soorten leerdoelen (affectief naast cognitief; of juist sensomotorisch naast creatief – zie pp 21, 22). Daarbij hebben we een concrete opdracht uit de onderbouw in een paar variaties uitgewerkt. Leerlingen zouden vervolgens kunnen kiezen, met welke soort opdracht ze willen beginnen. Door leerlingen zelf meer keuzes te laten maken, kunnen zij vanuit hun affiniteit of juist nieuwsgierigheid kiezen. Op basis van de motivatie-theorie van Deci & Ryan (2000) , denken we dat leerlingen daardoor meer gemotiveerd zullen raken (meer ruimte voor autonomie).

EVALUATIES. VOORBEELD 1: DOORLOPENDE LEERLIJN KUNST BEELDEND ONDERBOUW.
In de onderbouw hebben we met de sectie beeldende vorming, samen een nieuwe doorlopende leerlijn ontwikkeld. Daarbij hebben we gekeken naar wat in de bovenbouw bij CKV (nieuwe stijl) en kunst beeldend, kunst muziek en kunst algemeen aan kennis en vaardigheden nodig zijn voor leerlingen om een goed niveau te kunnen bereiken. Daarnaast hebben we gekeken naar de nieuwe accenten van het curriculum volgens curriculum.nu. Dit alles heeft geleid tot een nieuwe doorlopende leerlijn waarbij bijvoorbeeld ook de beoordelingscriteria voor de onderbouw aansluiten op de beoordelingscriteria in de bovenbouw. Leermiddelen gericht op het leren kunst analyseren in de bovenbouw zijn in vereenvoudigde vorm

EVALUATIES. VOORBEELD 2 – EXAMENEXPOSITIE IN SCHOOL EN BIJ PARK (TILBURGS BEELDEND TALENT)
Voor muziekleerlingen zijn er allerlei mogelijkheden om hun talen te tonen op school: tijdens het Nieuwjaarsconcert, Muziekpresentatieavond, TNT – Talent Night Theresia, bij Lunchconcerten en bij Con Gaudi. Voor beeldende leerlingen waren er altijd de presentaties in school voor leerlingen. Sinds 2017 worden ook de examenwerken van leerlingen in de school gepresenteerd tijdens de muziekpresentatie avond (van de examen leerlingen muziek van havo en vwo). Daarbij wordt een catalogus ontwikkeld, afgelopen jaar was dat door een oud-leerling die op de St.Joost grafische vormgeving studeert. Maar in 2021 is daar nog een nieuwe mogelijkheid bijgekomen die door CiST (Cultuur in Scholen in Tilburg) georganiseerd wordt in samenwerking met Park (expositieruimte voor beeldende kunst): alle scholen in Tilburg kunnen deelnemen aan de examenexpositie in Park. Daarbij wordt eveneens een catalogus gemaakt. Docenten per school vaardigen werk van twee examenleerlingen af van elk schoolniveau (vmbo, havo of vwo). Deze werken worden geëxposeerd. Er wordt een echte opening georganiseerd. In het eerste jaar dat dit georganiseerd werd, werd ook een examenleerling als ‘winnaar’ aangewezen. Maar in het tweede jaar vond men dit eigenlijk niet wenselijk/nodig omdat kunst geen wedstrijd is. Hoe dan ook: het Theresialyceum was apetrots op de eerste winnares, een leerling van het Theresialyceum, namelijk Lieve van Gestel. Lieve was een voorbeeld van wat we als cultuurprofielschool voorstaan: zij maakte haar eigen kleding, verzon haar eigen verhalen voor films waarin zij optrad en waarin zij danste. Ze studeert momenteel aan de St. Joost in Breda.

EVALUATIES. VOORBEELD 3. NIEUWE MEDIA, KUNST EN TECHNOLOGIE
Het Theresialyceum heeft deelgenomen aan het Erasmusproject: Fablab Schools EU: TowardsDigital Smart, Entrepreneurial and Innovative pupils o.l.v prof. Rachel C. Smith van Aarhus Universitiy. De ontwerpcirkel: Design Base Learning stond hierin centraal. Als gevolg van deze bijeenkomsten heeft onze school een brug geslagen tussen de bestaande vakken: beeldende vorming en techniek. Deze twee werelden brengen we samen door de digitale middelen van de 21ste eeuw vaker te implementeren in de lessen beeldende vorming. Naast de reguliere, ambachtelijke manier van werken, exploreert de leerling met materialen, machines en hun mogelijkheden. Creatief denken wordt gecombineerd met expressie en innovatie d.m.v computergestuurde apparatuur zoals de 3d-printers, vinylsnijder en de lasersnijder. De opdrachten blijven een open structuur behouden met veel aandacht voor creatief en divergent denken. Tijdens de kunstanalyse lessen wordt er aandacht besteed aan hedendaagse kunstenaars zoals Studio Drift, Olafur Eliasson, Berndnaut Smilde, Daan Roosegaarde, Irus van Herpen, Simon Heijdens,

Opbrengsten:
• Leerlingen leren procesmatig te werken volgens een ontwerpcirkel waarbij het daadwerkelijke eindontwerp in een digitale leeromgeving gemaakt (Tinkercad, Rhino, illustrator enz..). Het eindwerk kan variëren tot een 3D-geprint/gelaserd beeld tot een virtuele wereld (of object).
• Onze zéér creatieve, maar motorisch minder sterke, leerlingen krijgen hierdoor een betere motivatie om zichzelf op een creatieve manier te ontplooien.
• Het vergroten van de competenties en pedagogische vaardigheden van docenten in het inzetten van digitale fabricatie voor onderwijs;
• Leerlingen uitrusten met innovatieve vaardigheden en digitale competenties die nodig zijn in de 21ste eeuw;

Voorbeeld les opzet:
Het schooljaar wordt verdeeld over 4 periodes. Gedurende het gehele jaar houdt de leerling een fysiek (beeldend) logboek bij. Ten alle tijden is het proces inzichtelijk weergegeven. Alle stappen en bevindingen worden genoteerd, alle proefjes worden gefotografeerd en in het logboek verwerkt. De leerlingen werken volgens het Design Based Learning Model.

EVALUATIES. VOORBEELD 4 – ONTWIKKELING VAN DE EVALUATIE VAN CULTUURLEERPROCESSEN.
Voor de cultuurprofielschool projecten hebben we projectbladen ontwikkeld. Onderaan staat steeds aangegeven wat de streefdoelen zijn voor het project. Die streefdoelen willen we op termijn ook nauwgezetter gaan evalueren om zodoende weer effectieve verbeteringen vorm te geven. We gaan schoolbreed ook beginnen met het werken met taxonomieën (Bloom) om daarmee differentiatie en onderwijsverbeteringen vorm te geven.